Al tijdens haar studie liep Halina stage in het ziekenhuis. Na het behalen van haar HBO-V diploma acht jaar geleden, is ze gebleven. Inmiddels is Halina een stabiele en ervaren kracht op de afdeling.
‘Ik val maar gelijk met de deur in huis: ik ben niet zo van dit soort dingen en heb er eigenlijk geen tijd voor’, zei ze bij binnenkomst.
‘Maar, van mijn collega Dana móest ik het doen’ voegde ze eraan toe. ‘Dus hier ben ik.’
‘Fijn dat je er bent’, antwoordde ik terug.
Achter de directe en enigszins norse indruk die ze wekte, bleek al snel een heel warm, sociaal en ambitieus persoon schuil te gaan. Die kant leerde ik kennen toen we na de toekomstvragenlijst samen plaatjes gingen zoeken voor haar Toekomstkamer.
Dat Halina enige aanmoediging van Dana nodig had gehad, begreep ik na haar verhaal wel.
Halina had weinig ruimte in haar hoofd voor ‘leuke’ zaken. De verantwoordelijkheid op de afdeling drukte zwaar op haar schouders – vooral omdat er al langere tijd twee collega’s ziek thuis zaten. Thuis was ze niet alleen alleenstaande moeder van twee tieners, maar ook mantelzorger voor haar eigen moeder.
Het kostte haar in het begin duidelijk moeite om zich met zichzelf bezig te houden.
Als ze de bril op heeft, zie ik dat ze emotioneel wordt.
‘Het raakt je’, zeg ik.
‘Tsja. Het voelt heel gek en onwennig. Ik realiseer me dat ik daar al jaren niet over heb nagedacht.’
In het ‘nu’ voelde Halina geen ruimte, maar in haar toekomst wel. Dat is het mooie van VR. Via de toekomst kon zij zich weer verbinden met hoe zij zich wilde voelen en waar ze energie van kreeg.
Dat was zes maanden geleden. Vandaag zien we elkaar weer; ik ben benieuwd hoe het met haar gaat.
‘Hoe is het gegaan na de tweede sessie waarin we de Ontwikkelkamer hebben gedaan?’
‘Het is nog steeds druk op de afdeling, maar met mij gaat het goed. Ik heb na onze tweede sessie een heel fijn gesprek met mijn teamleider gehad.’
Halina vertelde dat de eerste sessie confronterend was geweest omdat ze toen inzag dat ze zichzelf totaal uit het oog was verloren. De tweede sessie had haar geholpen om focus aan te brengen in haar werk én weer ambitie aangewakkerd. Ze had gevoeld dat ze meer wilde doen met de mantelzorgrol van familie van patiënten. En gelukkig had haar leidinggevende daarop heel positief gereageerd. Samen hadden ze hele kleine stappen bedacht die heel makkelijk in het werk te integreren waren. Zo had Halina dit onderwerp inmiddels al twee keer in het werkoverleg ingebracht.
‘De meeste collega’s wisten niet van mijn mantelzorgrol. Ik houd er niet van om met dit soort dingen te koop te lopen. Na mijn verhaal bleken nog twee collega’s voor hun ouders te zorgen, dat wist ik ook niet. Het gesprek in het team heeft meer steun en begrip opgeleverd.’
‘Dat merk ik ook bij de families van patiënten. Zij zijn tot nu toe heel blij dat ik het ter sprake breng.’
Als ik haar vraag hoe het nu gaat, zegt ze: ‘de drukte thuis en in het werk is er nog steeds, maar het voelt wel anders. Ik denk dat ik meer steun voel, precies zoals een van de plaatjes in mijn Toekomstkamer.’
‘Heel fijn om te horen Halina. Je mag de bril weer even opzetten, dan gaan we kijken naar komend jaar.’