Lucas is manager in de financiële sector. Heeft een mooi gezin, fijne relatie en prachtig huis. ‘Alles op orde’, zegt hij en toch knaagt er al langere tijd iets.

Toen de directie hem twee weken geleden een nieuwe baan aanbood met meer verantwoordelijkheid, een hoger salaris – ‘maar inhoudelijk meer van hetzelfde’ –veranderde de sluimerende twijfel ineens in spanning, onrust en onzekerheid.

‘Ik slaap er gewoon niet van’, vertelt hij me aan het begin van de sessie. ‘Ik heb het idee dat ik een belangrijke keuze moet maken. Zie ik mezelf dit werk nog de rest van mijn carrière doen of misschien toch iets heel anders? Is het de angst om uit de gouden kooi te stappen? Of feit dat ik over 2 jaar 50 word? Ik weet niet wat ik wil en waar ik goed aan doe.’

Na een positieve ervaring van de zoon van een vriend, heeft Lucas voor zichzelf een Toekomstkamer geboekt. En zo staat hij op een grijze maandagmiddag in zijn zonnige virtuele toekomst.

‘Het is echt zo gaaf’, reageert Lucas spontaan als hij de bril weer op heeft.

De vorige sessie hebben we zijn toekomst in brede zin verkend. Vandaag doen we de Loopbaankamer. Het valt me op dat de werkplaatjes een heel andere energie en sfeer uitstralen dan de plaatjes die verder in zijn kamer hangen. Kitesurfen, mountainbiken met vrienden en bergwandelingen en kampvuurmomenten met zijn gezin. De beelden die hij uitgekozen heeft voor werk laten vooral beeldschermen, cijfers, grafieken en mannen in boardrooms zien.

Ik vraag hem één plaatje te kiezen waar hij heel gelukkig van wordt.

‘Deze’, zegt hij en hij wijst naar een plaatje van een groep mannen met mountainbikes in de sneeuw, ergens in een bergachtig gebied.

Lucas kopieert het plaatje en maakt het op mijn verzoek iets groter en geeft het een goede plek in zijn kamer.

‘Waar staat dit beeld voor jou voor?, vraag ik hem.

‘Ik denk voor vrijheid of geluk. Ofzo.’

Ik blijf stil.

In de Toekomstkamer werken we met beelden. Dit omdat beelden rechtstreeks in verbinding staan met ons gevoel en onderbewuste. In combinatie met VR blijkt dat heel effectief.

Lucas corrigeert zichzelf: ‘Nee, dit beeld staat meer voor avontuur denk ik. En voor samen. Voor het gevoel van samen een spannend avontuur aangaan.’

‘Dit beeld van samen moutainbiken staat voor jou voor samen een spannend avontuur aangaan, zeg je.’

‘Wat zegt dit beeld over jou? Over wie je bent, wie je als kind al was en waar je goed in bent?’, vraag ik hem.

Dan begint hij te lachen.

‘Ja, haha, ik was als kind al zo. Altijd buiten, erop uit en ik initieerde altijd spannende tochten voor mijn vrienden. Dat zijn trouwens de vrienden waarmee ik elk jaar een weekend weg ga.’

‘Dus je hield als kind ook al van avontuur? En ik hoor je zeggen dat je dat avontuur nu ook nog elk jaar met je vrienden opzoekt?’

‘Ja, met vrienden en mijn gezin zeker. In mijn werk lukt dat helemaal niet. In mijn rol zit ik in een nogal strak keurslijf van regels, procedures en verwachtingen.’

‘Hoe zou het zijn als je dit talent en gevoel van ‘samen een spannend avontuur aangaan’ in je werk zou inzetten? Welk spannend avontuur zou jij in jouw organisatie of sector aan willen gaan?’

‘Dat weet ik wel’, zegt hij resoluut.

‘Wij zouden als organisatie een veel grotere maatschappelijke impact kunnen maken. Nu doen we het maatschappelijke er een beetje voor de vorm ‘bij’, maar we zouden het veel meer tot onze missie en strategie moeten maken. Ik denk dan bijvoorbeeld aan een veel grotere rol pakken in het versnellen van de energietransitie en financiering van de zorg.’

Terwijl hij praat zie ik dat hij ‘aan’ gaat.

‘Hoe zou het zijn als je jezelf als initiator of leider zou zien van zo’n missie vanuit dezelfde energie zoals je vroeger als kind al deed?’

‘Poeh ja. Spannend, maar wel heel gaaf.’

Deze route was nieuw. Een half uur geleden had hij nog het gevoel dat hij moest kiezen: of de rol die zijn baas voor hem had bedacht óf weg uit de organisatie en misschien wel uit de financiële branche. En nu bleek er een heel nieuw pad aan mogelijkheden te ontstaan door zijn privéplaatjes te combineren met de werkomgeving waarin hij ook al zoveel kennis, ervaring en netwerk had opgebouwd.

Naast de virtuele openhaard hangen al twee notities waarop de loopbaanopties staan die hij eerder in de sessie heeft genoemd. Ik maak een nieuwe notitie met daarop de nieuwe derde optie.

‘Wil je de drie opties die we nu hebben eens in volgorde hangen van hoe blij je ervan wordt nu je in je toekomst staat?’

‘Haha nou dat is heel makkelijk’ en hij hangt de derde optie direct bovenaan, daaronder de ‘managementrol’ en als laatste ‘weg uit de sector’.’

‘Dit voelt echt als iets waar ik me dolgraag voor zou inzetten en ik weet ook al precies welke collega’s hierbij willen helpen. Ik weet niet wat voor rol dat moet zijn, of ik dan manager ben of misschien wel eerst project- of programmadirecteur, maar dat maakt me helemaal niet uit. Dit gaat me echt zoveel energie en voldoening geven, dat voel ik nu al. Ik zie het echt helemaal zitten. Nu de directie nog haha.’

Als Lucas de bril afzet, blikken we samen even terug op zijn inzichten.

‘Pff wat een ervaring. Echt vet. Ik was bang dat ik iets heel anders moest gaan doen. Weg uit de sector ofzo. Ik wist het echt niet. En nu besef ik dat mijn onrust vooral kwam omdat ik al een langere tijd geen uitdaging meer voel. Geen avontuur en geen zingeving. Ik realiseer me nu dat mijn eigen blik ook de beperking was.’

‘Ik ga wat we hebben bedacht uitwerken en voorstellen dat ik een presentatie kom geven aan de directie over de kansen die ik voor onze organisatie zie en rol die ik daarin zou willen vervullen. En dan kijken hoe ze reageren.’

‘De directie vindt het een fantastisch plan!’, appt hij me twee weken later. ‘Geweldig Lucas, dit wordt een prachtig avontuur! Tot volgende week.’